zaterdag 12 januari 2008

Ana

"... dat hem niets meer ontbrak dan een edele dame om zich op te verlieven; want dolend ridder zonder geliefde is als boom zonder blad en vruchten en als lichaam zonder ziel." 1

Loom sla ik de volgende bladzijde om, het verhaal kabbelt voort, ik soes een beetje weg. Het zand spat over het papier wanneer de bal vlak voor mij stuitert. Gelach, gegiechel, een paar meisjes die lol hebben met elkaar. Hun leeftijd kan ik niet helemaal raden, vijftien? Misschien zestien? Ze zijn mager, fris en wat jonger dan ik ben. Één ervan valt me meteen op, lichtblauwe bikini, bleke huid, donkere ogen. Ze lacht, maar beheerst. Alsof ze naast haar passen en de bewegingen van haar lichaam ook de trekken van haar gelaat regisseert. Ze heeft controle over al haar gedrag. En ook haar vriendinnen zijn in haar ban. Ze spelen zolang zij zich niet laat gelden, maar als ze zich opricht dan kijken ze allen naar haar. Traag pak ik de bal op. Berekend gooi ik de bal net naast haar. Ze bukt niet, ze reikt niet, ze staart me strak aan. Met haar ogen dwingt ze me naar de bal te kijken. Ze forceert mijn blik weg van haar lichaam, weg van haar lange haar, naast haar ranke benen, op de gele bal die aan haar voeten ligt. Mijn verzet is opvallend, ik staar eerst recht in haar ogen en laat dan mijn blik vallen op haar bescheiden decolleté. Het turkoois van haar topje wind me meer op dan de welving eronder die ik waarneem. Ze is jong en zedig, mijn blik gaat weer naar haar ogen.

Ze kijkt me nog dwingender aan dan net. Een vriendin komt aangelopen en wil de bal pakken. "Kom op Ana, we spelen verder, daar" en ze wijst naar de branding. Een hand gaat naar de bal. Maar zij trapt ertegen, "Nee, nog niet!", precies op mijn boek komt de bal tot stilstand. Hoofdschuddend draai ik mij om. Ze roept: "Hé!". Ik reageer niet, ik lach in mijzelf. Nog een keer: "Hé, meneertje!". Ik draai me om, wat een brutaaltje!. "Ja? Wat is er?". "Gooi die bal even hiernaartoe!". Ze kijkt nog steeds strak in mijn richting, staat op exact dezelfde plek als zonet. Weer til ik de bal in mijn hand. "Kom maar halen dan!". Een bliksemschicht uit haar gitzwarte ogen. Het blauw van haar bikini vervaagt. Even schrik ik, wat een kracht uit zo'n frêle lichaam. Ik sta op, de bal in mijn linkerhand. "Kom maar halen, jongedame...", ik daag haar uit door te glimlachen. Ze blijft waar ze is, beweegt niet. Ik buig mijn hoofd, heel even maar. Nu een glimp van een lach op haar lippen, heel kort, maar ik zag het. Ze geniet van haar macht, ze exploiteert haar omgeving met haar invloed. Weer maken we oogcontact, zij is nu zekerder dan hiervoor. Een stap, met de bal vooruit in mijn linkerhand stap ik op haar af. Meteen houd ik stil. Ze beweegt niet, geen millimeter voor of achteruit. Ze staat waar ze staat. Ik reik even met mijn linkerhand waar de bal in ligt en trek dan terug. Ik knik: "Wil je'm nog?". Ze draait zich om, zonder mij verder aan te kijken. Overdreven heupwiegend stapt ze naar haar handdoek en vleit zich op haar buik neer.

Een bos met krullen ontneemt me het zicht op Ana. "Geef maar hier die bal", zegt een van haar vriendinnen. Ik kijk iets naar beneden, een mollig meisje met een donker gebruinde huid staat voor me, donkerbruine ogen, zeker glimlachend, niet te overdreven. Ik lach terug: "is ze altijd zo, ... zo, ...", "uitdagend?" vraagt ze me. "Ja, misschien dat dat het woord is, uitdagend". "Tja, wat zal ik zeggen? Waarom vraag je het haar zelf niet? En mag ik nou de bal terug, meneertje?". Ze lacht voluit nu, totaal niet gegeneerd door de situatie. Ik draai mijn hand met de bal daarin om, knijp in de bal en houd hem zo gevangen tussen mijn vingers, ik ga zitten, de bal komt met een klap op het zand terecht, ik hou mijn hand er stevig bovenop. "Kom even zitten, praten we wat" dwing ik haar om hier te blijven. "Okee" en ze pakt een hoekje van mijn rietenmatje, schuift het wat verder van mij af en gaat zitten, benen gekruist, handen in elkaar gevouwen, polsen rustend op haar bovenbenen. "Hoe heet je?" ik steek mijn rechterhand uit. Ze kijkt naar de bal en schat de kans om 'm te pakken nu mijn aandacht bij mijn rechterhand is. Haar hand is bijna bij de bal wanneer ik mijn rechter terugtrek, de bal in beide handen voor me neem. Ik werp recht op haar buik, niet te hard maar stevig genoeg om haar even in elkaar te doen krimpen.

"Oef", buigt ze voorover, snel haar handen om de bal, ze wil opstaan, recht omhoog. Ze lacht me toe, ik pak haar pols: "Praat even met me, spelen kan zo ook nog wel!". Twijfel in haar ogen, een korte draai van haar hoofd achterover waar ze haar vriendinnen vermoedt. Die had ik net al in de richting van het kraampje zien lopen. Op een afstandje van vijfentwintig meter slaan ze het geheel gade, giechelend, wijzend en likkend aan waterijsjes. Ze kijkt me aan, "wat doe ik nu?" lees ik in haar ogen. Een zucht en haar buik ontspant, haar schouders zakken, haar armen losjes in het zand naast haar, de bal ligt in haar schoot. De vingers scheppen zand en laten het traag weer terugglijden, een primitieve zandloper, ze beidt wat tijd. Met een schuin oog kijkt ze me aan, "hoe heet jij eigenlijk?". Haar stem is zacht, lieflijk. "Mateo", en ik steek nogmaals mijn hand uit. Die blijft even doelloos tussen ons in zweven, waarna ze een slap handje in de mijne legt. "Emma".


1Miguel de Cervantes Saavedra (1989, Nederlandse vertaling 10de druk), De geestrijke ridder Don Quichot van de Mancha. Amsterdam: Em. Querido's uitgeverij BV.

Geen opmerkingen: